PRESSE-PAPIER en.... puur toeval?

 

 

In dezelfde week op 2 totaal verschillende plaatsen 2 getuigenissen kunnen noteren over hetzelfde onderwerp van Boom: ik geloof niet in toeval.......of toch!

 

 

 

 

1. Over dit stuk ontving ik een getuigenis van een familielid.

 

 

 

 

            

 

 

Hoogte: 220 mm.

Gewicht: 870 gram.

 

Boven op de rode bloem zijn minuscule luchtbelletjes.

De dikke luchtbellen zijn niet indentiek.

De bovenkant is geslepen: 16 inkepingen.

 

 

 

           

 

 

De heer Alfons Moens, beheerder in Boom tot 1971 bracht deze presse-papier uit de fabriek mee naar huis. De getuige die ik sprak bevestigde mij (zonder dat ik er om vroeg) dat de heer Moens had verklaard dat zulke stukken in Boom werden aangemaakt.

 

 

 

 

2. In diezelfde week, bij het ophalen van een bonbonnière.

 

Bij het ophalen van een gekochte bonbonnière werd er wat nagepraat over Boom. Zonder echte vraag of andere aanleiding vertelde de verkoper dat hij ooit Boomse presse-papiers had gezien en doorverkocht. Een tiental jaren geleden had hij een huis moeten leeghalen van een overleden Boomse glasblazer. Spijtig genoeg konden we de naam van die persoon niet meer achterhalen. In dat huis trof hij presse-papiers aan in "melkglas", waarvan de dochter van de overledene beweerde dat haar vader die had gemaakt op de fabriek.

 

 

 

 

3. Het probleem.

 

We weten nu bijna met 100% zekerheid dat Boom ooit presse-papiers maakte, tenzij ze natuurlijk die stukken ergens aankochten om ze door te verkopen: hetgeen ze soms deden!

Het probleem blijft dus een manier te vinden waardoor we kunnen  achterhalen welke presse-papiers echt uit Boom komen. Op dit moment hebben we geen enkele aanwijzing.

 

 

 

 

Kan iemand helpen?